twanenpeter.reismee.nl

Vleermuizen en roetpoepers

Antoinette haalt buitenom (dus rechts) een gele, met zwart zand geladen, vrachtwagen in terwijl ik hem binnendoor passeer. Daar was ook wat ruimte omdat het trage verkeer vaak tegen het midden van de weg rijdt. Niemand die er wat van vindt, laat staan zegt. Het lijkt gevaarlijker dan het is. Op het stuk snelweg rijdt het meeste verkeer op de rechter rijbaan. Links is alle ruimte om te passeren. (Even voor de duidelijkheid: men rijdt hier links!) De trage 'roetpoepers' zijn een terugkerend thema op de weg. Ze rijden soms maar 20 km per uur dus er is al gauw een groot snelheidsverschil en dus is inhalen geen langdurige aangelegenheid. Als er zich op een gewone tweebaans weg een rij snellere personenauto's achter een vrachtwagen vormt zetten ze allemaal hun knipperlicht uit ten teken dat ze wel willen inhalen. Als dan de voorste een stuk naar de andere weghelft gaat (de chauffeur kan immers de andere weghelft niet zien doordat hij dicht op de vrachtwagen zit) volgt de rest van de rij tot iedereen op de rechter weghelft rijdt. Als de tegenliggers brommers of motoren zijn en niet in grote aantallen wordt de inhaalmanoeuvre gewoon ingezet en wijken de tegenliggers uit. Niet omdat ze gedwongen worden (zoals wij dat vinden) maar omdat je dat gewoon doet. Zo is het nou eenmaal, zoals zoveel in dit land.

We zijn onderweg naar Ubud en hebben een paar tussenstops gepland. Ondanks de drukte op de weg blijven we wel om ons heen kijken en zien een samenscholing van brommertje op de stoep en langs de weg, vaak een teken dat er iets gaande is. In het voorbijrijden zien we in een zijstraatje een massa mensen in witte kleding. We parkeren en als we teruglopen zien we dat het een hindoeïstische ceremonie is waarbij een grote versierde toren gedragen wordt en iedereen er achteraan loopt. We maken nog net het staartje mee van de stoet, van honderden mensen, en zien de toren richting zee verdwijnen.

Als we weer op de motor zitten en de weg vlak langs de zee loopt zien we een bordje: 'natural salt maker'. Ze zijn toeristen gewend en willen gelijk poseren voor foto's waarbij de man gelijk de Indonesische versie van '2 emmertjes water halen' demonstreert. We krijgen uitleg en een dame probeert ons armbandjes te verkopen. We kopen een pakje zout, bedanken vriendelijk en gaan naar de vleermuizengrot. Uiteraard is er een tempel omheen gebouwd en getooid met sarong en sjaal kopen we een kaartje en slaan een (te dure) gids af. We kennen de procedure al precies. Deze manier van verkopen cq aansmeren heeft, in ieder geval op ons, een averechtse werking. Binnen aanschouwen we de rituelen waarbij een Tommy Cooper lookalike en zijn vrouw onder leiding van een gids ook aan de ceremonie deelnemen. De man is op zijn knieën net zo groot als de meeste Indonesiers en hij doet steeds alles net verkeerd, ook al doet hij zijn best. Een koddig gezicht.

We lopen nog even naar het strand en zien daar het restant van een recent gebruikte toren, gemaakt van hout, piepschuim, ingenieuze vlechtwerken en veel klatergoud, in de branding liggen. Als we verder kijken liggen er over de lengte van enkele honderden meters meerdere, naast hopen as waar de offergaven en aardewerken schalen verbrand zijn. Alles geofferd aan de goden, bedoeld om te worden verzwolgen door de zee waar de onderwereld is met zijn boosaardige geesten en demonen. Of die zo tevreden zijn met het plastic wat overal ligt vraag ik me wel af.

We draaien van de grote weg af en stoppen in een dorpje waar een islamitische dame een kraampje 'streetfood' uitbaat. De grote tafel staat vol met schalen en pannen gevuld met verschillende bestanddelen. Een pan met slijmerige pap (bubur) en een met waterige kokosmelk. Een pannetje pindasaus naast een grote schaal met rauwe en geblancheerde groenten zoals verschillende sojaboontjes al dan niet ontkiemd, waterspinazie en plakjes aubergine. We laten iets vegetarisch samenstellen en eten het op onder het toeziend oog van de bezoekende, meest vrouwelijke, gasten. Twan haar Bahasa wordt op de proef gesteld maar ze redt zich goed en dat maakt indruk. We rekenen af: inclusief ieder een geseald plastic bekertje water kost het 12000 Rp. (€0.72)

In Ubud is dat wel anders. In de met auto's en brommers verstopte hoofdstraten, waar om de 10 meter iemand vraagt of je een taxi of een kaartje voor een voorstelling wil kopen, zijn de restaurants ingericht op toeristen. Pizza, Thais, massage, alles is er weer tegen een prijs. We belanden in Jl. Bisma. Op de kaart ziet het er rustig uit en het is al een heel verschil met de hoofdstraten want het loopt dood maar ook in het smalle straatje proppen de auto's zich tussen wandelaars en uithangborden door. Het adres wat we uitgezocht hadden heeft geen kamers meer en we geven ons even wat rust door bij de Italiaan een mangosap te drinken. We lopen een willekeurig smal steegje in en vragen bij een 'hotel' of ze een kamer hebben. Het kost wat onderhandelen maar we krijgen voor één nacht een kamer aan de rand van de bebouwing. Een rustige plek met uitzicht op kleine bananenbomen. Morgen moeten we verhuizen maar dat kan binnen het complex. We spreken het af.

Het is een merkwaardige mix. Aan de achterkant van de huizen kijk je op rijstvelden en hoor je vogels en de wind in de bomen. Aan de voorkant eten we een Ikan Bakar met buiten een straat vol knetterende en toeterende brommers en binnen een TV op een karaokekanaal waarvan het geluid uiteraard de herrie van de straat moet overstemmen.

Vanavond hebben we een voorstelling met Balinese muziek en dans. Hoort er ook bij.

Reacties

Reacties

Bob van Dam

Beste Tigers
Allereerst bedankt voor alle reis verslagen die ik tot nu toe van jullie heb mogen meebeleven.Op het moment dat ik er reikhalzend naar uitkijk besef ik dat het einde van de reis voor jullie in zicht begint te komen.
"Van de reizen en van de dingen die voorbijgaan" ( ik maak hier even een vergelijking op een zin die door L. Couperus al eens is geformuleerd). Alles verandert niet iets blijft. Een quote "wei wu wei" van een oude Chinees, en hoe waar is dat wel niet? (Alhoewel jullie de herinneringen en de foto's nog ervan hebben, maar dat wist die oude Chinees toen nog niet )Jullie zijn er dagelijks getuige van, en wie eigenlijk niet? Ik denk dat jullie er meer dan wie dan ook ervan bewust zijn, want als motor rijder en als avonturier-tijger, dan ben je boven gemiddeld perceptief voor alles wat er om je heen gebeurt. De scherpte van het alert zijn, vooral als je als motor rijder elk moment hierin wordt getraind op drukke, overvolle "roet-wegen", waarbij de gewoonte en niet het bewustzijn prevaleert dat het kleine moet wijken voor het grootte.
Het is dan ook aandoenlijk om te ervaren dat er in deze opmaat van de struggle of life ( waar een ieder voor zich zelf en zijn eigen gaat, and where the aftermost is to be taken by the devil) en in alle contradicties er toch nog sporadisch plekjes en personen te vinden zijn die uit die maal-stroom zijn gebleven of ontsnapt en je voor € 0.72 cent een een maaltijd bereiden en blij zijn dat je hun "bahasa" kent.
"Omani pad me hum".
Eind goed al goed. Vandaag is het donderdag. Aanstaande zaterdag gaan jullie terug, terug naar de rumah Belandah, dus ...morgen de motoren terug brengen ....met een weemoedig gevoel van dat ook deze super tijd voorbij is gevlogen "in no time".

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!